152 2 MEI 1914. c. tot buitengewoon leeraar in het metaaldraaien den heer A. Brouwers, onder bepaling, dat de benoeming van de leeraren Plasman, Kannemans en Brouwers zal geacht worden te zijn geschiedt voor het geheel© cur susjaar en die van den leeraar Slechtriem voor den tijd van zes maanden, (MeiNovember). Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 31. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij voorstellende een lid te benoemen in de com missie tot voorbereiding van de oprichting eener ge meentelijke zwem- en badinrichting, ingesteld bij raads besluit van 24 October 1908, en zulks ter voorziening in de vacature van den heer van Keppel. De beer VAN HULTEN vraagt, of het in de bedoe ling ligt aan de commissie nog een vierde lid toete voegen, daar in de vacature van den beer van Kep- p e 1 reeds is voorzien in de raadszitting van 27 De cember j.l. door de benoeming van den heer S t u 1 e- m e ij e r. De heer STULEMEIJER zegt, dat de vergissing waarschijnlijk aan hem zelf te wijten is, wijl hij ver zuimd beeft te berichten, dat hij de benoeming aan neemt, hetgeen bij thans nog bij deze doet. De VOORZITTER zegt, dat uitbreiding der com missie niet bedoeld wordt. Het voorstel berust dus blijkbaar op eene vergissing, zoodat spreker in over weging geeft het schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 32. Schrijven van de Kamer van arbeid voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 152