f. 20 Juni 1914. Tegenwoordig de heeren F. C. J. VAN HULTEN, A. C. BOM, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MERKELBACH VAN ENK HUI ZEN, W. J. H. FEBER, A. VAN BAVEL, C. L. STULEMEIJER, A. J. M. VAN IERSEL, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, W. J. SLECHTRIEM, ,J. LIJDSMAN, A. W. ZIJLMANS, W. J. A. LOO- MANS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEY- CIIINÉ en N. J. H. VAN GROENENDAEL. Afwezig de heeren F. A. M. J. SMITS, J. M. IN GENHOUSZ en L. J. STAAL. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 2 Mei 1914, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun boven dien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer VAN HULTEN geeft in overweging, om op pagina 147, 12den en 13den regel van boven, in plaats van de woorden die een verkeerd begrip

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 159