20 JUNI 1914. 171 Wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 18 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van den heer Van Mierlo. Zoodat de heer J. J. van Mierlo op nieuw is benoemd tot lid van het college van regenten van het oude-mannenhuis en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 17. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar bij aanbiedende de door hen ingevolge art. 29, 2de lid, der wet tot regeling van het lager onderwijs met den districts schoolopziener opgemaakte voordracht ter be noeming van een hoofd der openbare tusschenscliool aan de Nieuwehuizen en waarop zijn geplaatst de heeren le. H. L. Th. F e s t e n, hoofd eener school te Roosendaal, 2e. B. A. 6. van Maane n, hoofd eener school te Raalte, en 3e. L. H. W a s s e n b e r g, hoofd eener school te Wychen. De VOORZITTER stelt voor tot stemming over te gaan. De heer TEYCHINÉ zegt, dat hij met groote ver bazing heeft kennis genomen van de voordracht. Spre ker heeft zich afgevraagd, waarom niet een der vele bekwame en ijverige onderwijzers aan onze scholen op de voordracht is geplaatst. In de verslagen van het onderwijs wordt steeds met den meesten lof over het openbaar onderwijs te Breda en de Bredasche onder wijzers gesproken. En thans, nu zich de gelegenheid voordoet, om bevordering te kunnen maken, worden zij daarvan uitgesloten. Spreker is ervan overtuigd, dat de ambitie om goed onderwijs te geven, daardoor aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 171