20 JUNI 1914. 173 ten. Doch we staan hier voor een fait-accompli, waar aan volgens de wet wel niets te veranderen zal zijn. Als de heer Teychiné straks echter eene motie wil voorstellen, om voor het vervolg rekening te houden met de Bredasche krachten, dan wil spreker die motie gaarne steunen. Het voorstel van den heer TEYCHINÉ wordt niet voldoende ondersteund en kan alzoo geen punt van behandeling uitmaken. De VOORZITTER wenscht er nog op te wijzen, dat het motiveeren van de voordracht het werk is van den districts-schoolopziener, die zulks niet noodig heeft geacht. De heer VAN HULTEN zegt, dat voor het minste baantje in den regel wel een advies wordt overgelegd. De VOORZITTER betoogt, dat burgemeester en wet houders en de districts-schoolopziener, tusschen wie algeheel e overeenstemming heeft bestaan, gehandeld hebben zooals zij volgens eed en geweten verplicht zijn. Bij de hierop gevolgde stemming worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 13 op den heer Festen en 3 op den heer Van Maanen, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Zoodat is benoemd tot hoofd der openbare tusschenschool aan de Nieuwehuizen alhier de heer H. L. Th. F e s t e n, thans hoofd eener openbare school te Roosendaal, op de aan die betrekking verbonden jaarwedde overeenkomstig de bepalingen der verordening, regelende de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen in deze ge meente, in te gaan met den dag zijner infunc-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 173