18 31 JANUARI 1914. „en Commissaris van politie). Bijgaand ontwerp oesluit „met bij behoorenden staat, wordt U daartoe bij deze „ter vaststelling aangeboden. „Voor het ontwerp zijn door ons de volgende regelen „aangenomen „het genot van vrije woning wordt, zooveel mogelijk, „begroot op het bedrag der huurwaarde volgens de „personeele belasting „percentsgewijze en andere veranderlijke inkomsten „worden gesteld op het gemiddeld bedrag over de „twee laatste jaren; „de vrije bovenkleeding, genoten door de agenten „van politie, wordt geschat op f 75,per jaar, „waarin dan begrepen is de vergoeding ad f 18, „voor onderhoud van schoeisel en aanschaffing en „onderhoud van handschoenen. „Ten slotte willen wij hier nog aan toevoegen, dat, „al komt het ons voor, dat de gemeenteraad aange- wezen is, de eerste voorloopige regeling der pensioens grondslagen te maken, uit dit voorstel niet volgt, dat „wij van oordeel zijn, dat bij elke verandering van „belooning of nieuwe aanstelling de raad omtrent de „voorloopige vaststelling van den pensioensgrondslag „een besluit te nemen heeft. „Wij stellen ons voor, dat in het vervolg die voor loopige regeling getroffen wordt door het gezag, dat „in elk geval de belooning bepaaltwelk gezag dan is „de raad, of en dit zal meestal het geval zijn „burgemeester en wethouders of de burgemeester, de „belooning bepalende binnen de door Uwen raad bij „verordening aangegeven grenzen. „Aldus schijnt ook blijkens de uitlatingen van de „Regeering, art. 22 der Pensioenwet voor de gemeente ambtenaren 1913 te moeten worden verstaan". ty

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 18