31 JANUARI 1914.
19
Zonder bedenking wordt het overgelegde
ontwerp-besluit met bij behoorenden staat vast
gesteld.
23. Voorstel van burgemeester en wethouders tot
intrekking van het raadsbesluit, regelende het verhaal
op de ambtenaren van bijdragen ingevolge de pensioen
wet en de weduwenwet voor de gemeente-ambtenaren
1913 en tot vaststelling eener nieuwe regeling dezer
materie, zijnde dit voorstel van den volgenden inhoud
„Bij nevensgevoegd schrijven deelen gedeputeerde
„staten dezer provincie bezwaren mede tegen het ter
„goedkeuring ingezonden raadsbesluit van 8 November
„1913, regelende het verhaal op de ambtenaren van
„bijdragen ingevolge de Pensioenwet en de Weduwenwet
„voor de gemeenteambtenaren 1913.
„In de eerste plaats komt het raadsbesluit aan ge-
„noemd college onnoodig gecompliceerd voor, terwijl de
„overige opmerkingen betreffen de bepalingen omtrent
„de hoegrootheid der bijdragen, welke de gemeente
„wenscht te vorderen van die ambtenaren, welke
„indertijd geweigerd hebben in het gemeentelijk pen
sioenfonds deel te nemen en door wie dus, in tegen-
Stelling met andere ambtenaren, geene bijdragen in
„dat fonds gestort zijn.
„Naar aanleiding hiervan zouden wij allereerst willen
„opmerken, dat het bezwaar, als zoude de gemaakte
„regeling gecompliceerd zijn, gereedelijk kan worden
„toegestemd, doch wenschen daarop onmiddellijk te doen
„volgen, dat dit een natuurlijk gevolg is van de
„volgende omstandigheden
lo. „de materie, zooals die in de Pensioenwetten
„is geregeld, is eene zeer ingewikkelde en moeilijke
2o. „bestaande pensioensaanspraken verdeelen de
„ambtenaren dezer gemeente in vier categorieën, die