204 1 AUGUSTUS 1914. „De gemaakte berekening (12% van de som der pen- sioensgrondslagen der ambtenaren van elk bedrijf, „verminderd met de door dezen te betalen bijdragen) „geeft tot uitkomst, dat de stortingen in ronde cijfers „zi'llen zijn vast te stellen: voor de gasfabriek op ,,f 4300.voor de waterleiding op f 800.en voor „de bank van leening op f 300. Mèt bovengenoemde „som van f 7100.wordt dan een bedrag aan „ontvangsten bereikt van f 12.500.Er blijft dan „nog f 26.200 f 12.500 f 13.700 te dekken. „Voorts behoort in aanmerking te worden genomen, „dat de rekening over 1914 zal worden bezwaard met „een nadeelig saldo van f 1815.98, waarmede de reke- „ning over het 4e kwartaal 1913 over welk tijdvak „geene subsidie van het fonds is uitgekeerd sluit. „Met deze globale ramingscijfers voor oogen, komt „het ons gewenscht voor, dat de bijdrage der gemeente „(algemeenen dienst) aan het pensioenfonds voor het „loopend dienstjaar worde bepaald op rond f 16.000. „Dit bedrag is te vinden door den post ter gemeente- „begrooting, hoofdstuk XIII, art. 4, der uitgaven (uit getrokken op f 7000.te versterken door afschrij ving van den post voor onvoorziene uitgaven. „Door uwe vergadering zal ook, ter uitvoering van „art. 6 der verordening op het beheer van het ge meentelijk pensioenfonds, bepaald moeten worden het „bedrag der door den administrateur van het fonds te „stellen zekerheid. Voor de bepaling van dit bedrag „ware de regel te volgen van art. 110 der gemeente- „wet, waar voor den gemeente-ontvanger is voorge schreven een zekerheid van ten minste een tiende der „gewone ontvangsten. De hierboven gemaakte begroo- „ting wijst voor 1914 als gewone ontvangst een be- „drag van f 26.200.aan. Rekening houdende met „eene toeneming van het begrootingscijfer in komende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 204