208 1 AUGUSTUS 1914. ,,fing van het bouwverbod, in den aanhef bedoeld, is ,,tot stand gekomen en dat verbod niet meer in den „weg staat aan uitvoering van de plannen, welke bij „die opheffing voor oogen hebben gestaan. „Van de zijde der gemeente omvatten die plannen „voornamelijk verbetering van den zeer onhygiënischen „jtoestand langs een gedeelte van den Nieuwenweg, ver oorzaakt door een sprank van de Mark, waarin een „hoofdriool uitmondt, door verlegging van dat riool „naar de rivier de Mark zelf, alsmede uitbreiding van „de gemeentewerf en zoo mogelijk het verkrijgen van „eene losplaats aan die werf. „Nadat verschillende besprekingen met de directeu ren der machinefabriek „Breda" hebben plaats ge- „had, is thans van hen het hierbijgevoegde verzoek schrift ingekomen, waarin de grondslagen zijn neder- „gelegd voor het aangaan eener overeenkomst om we derzijds tot uitvoering van de voorgenomen plannen „te geraken. „Van den directeur der openbare werken en bedrij- „ven ontvingen wij naar aanleiding van het verzoek „bijgaand rapport met begrooting en twee teekeningen. „Buiten beschouwing latende post E der begrooting „(kademuur aan de verlengde uitmonding van het „riool) zal volgens voorbedoelde stukken de machine fabriek aan de gemeente betalen f 9110.en zal de „gemeente voor de uitvoering der verschillende werken „en overneming van grond hebben uit te geven „f 14000.zoodat een bedrag van f 4890.voor hare „rekening blijft. „Daarvoor verkrijgt zij lo. „afvoer van het rioolwater in de Mark, waar „het door den stroom word,t weggevoerd en opheffing „van den onhygiënischen toestand bij den Nieuwenweg; 2o. „uitbreiding van de gemeentewerf met 770 M2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 208