212 1 AUGUSTUS 1914. Prinsenkade, zooals in rood op bijgaande situatie- ,,teekening is aangegeven. „Om den wagen behoorlijk te kunnen plaatsen bui tten den bestaanden rijweg en opdat de kraan geen ,,te groote vlucht zou moeten krijgen, is het dan noo- ,,dig den bestaanden kaaimuur met 50 M. te ver- plengen. Ad. 2o. ,,Ten einde een antwoord op deze vraag te kunnen geven, heeft de directeur zich gewend tot de „directie der ijzergieterijen van de firma's M a r ij n e n, ,,K lep en C o s ij n en van de stoombootondernemin- ,,gen L. J. Staal en Co. en v/h. H u ij s e r s en ,,C o., om eene globale opgaaf van aantal en gewicht ,,der jaarlijks per boot of schip vervoerde of te ver- voeren zware stukken. De meeste inlichtingen zijn ech- ,,ter te globaal, om eene behoorlijke raming te kunnen „maken. „Naar schatting worden thans jaarlijks geladen (de „lichtere gietstukken uitgezonderd) 50 gietstukken van „1000 tot 3000 K.G., voor welker lading eene kraan „in aanmerking zou komen. Wel lijkt het aannemelijk, „dat de gieterijen meer zwaar gietwerk zullen aanne- „men, als ze die per boot kunnen vervoeren en dat „bovendien wat meerdere zware stukgoederen zullen „worden aangevoerd, als een behoorlijke lossing mo gelijk is. „Het is echter slechts een schatting als men aan neemt, dat per jaar, bij aanwezigheid van eene „kraan, daarvan zal worden gebruik gemaakt voor „100 zware stukgoederen van 1000 tot 4000 K.G. met „een totaal-gewicht van 200.000 K.G. of 10 a 20 wag- „gonladingen. „Waar nu aan- en afvoer per spoor, alle gevallen „dooreengenomen, wel evengoed mogelijk zal zijn als „per schip, motiveert het vracht verschil voor een zoo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 212