1 AUGUSTUS 1914.
213
„betrekkelijk gering gewicht, o. i. het plaatsen van
„eene kraan niet. De kosten toch zijn blijkens bij
gaande begrooting op globaal f. 13.200.— te stellen.
„Een andere zaak is, dat belanghebbenden meerdere
„orders voor zware stukken zullen kunnen aannemen,
„wanneer er eene kraan disponibel is, doch deze zul-
„len, in verhouding tot den omvang van hun bedrijf
„zeer gering zijn.
Ad. 3o. „De door de gemeente te maken kosten
„worden globaal geraamd (zie bijgaande begrooting)
„op f. 8500.voor verlenging van den kaaimuur en
„f. 4700.voor eene kraan.
„Eekent men van eerstgenoemd bedrag aan rente
„4)4 en aflossing 2)4 samen 7 en van laatst
genoemd bedrag aan rente 4)4 en aflossing 7 samen
>>11 Vi alsmede aan onderhoud f. 200.en beheer
„door den brugwachter f. 50.—, dan kunnen de uit
gaven worden gesteld op 7/100 X f. 8500.en
„11)4/100 X f- 4700.-f- f. 250.maakt samen
„f. 595.1- f. 545.b f. 250.— f. 1390.
„Blijkens verkregen inlichtingen wordt in de navol-
gende gemeenten als gemiddelde het volgende kraan
geld geheven:
„Dordrecht f. 0.50 per 1000 K.G.
„Middelburg 0.60
„Deventer 0.50
„Zu,tphen 0.40
„Indien te Breda een kraangeld wordt geheven van
„f. 0.40 per 1000 K.G., dan zouden de jaarlijksche
„revenuen slechts bedragen 200 X f- 0-40 f. 80.
„tegenover een jaarlijksche uitgaaf van f. 1390.
Ofschoon de gemeente, ten aanzien van hetgeen zij
„onderneemt, zich niet altijd op het standpunt behoeft
„te stellen, dat de inkomsten de uitgaven behooren te
„dekken, is het verschil te groot, om aan inwilliging
