1 AUGUSTUS 1911. 221 B. Verslagen. 1. Door den heer STULEMEIJER wordt namens de commissie, belast geweest met liet onderzoek der re kening van het burgerlijk armbestuur over 1913, ge rapporteerd, dat zij die rekening met de daarbij be- hoorende bescheiden heeft nagezien en in orde bevon den, bedragende in ontvang f. 11818.19 en in uitgaaf f. 11632.74, sluitende alzoo met een batig saldo van f. 185.45, weshalve zij voorstelt, gemelde rekening goed te keuren. De VOORZITTER dankt de commissie voor het ge houden onderzoek en uitgebracht verslag en stelt voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, bedoelde reke ning goed te keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten. De lieer Mr. W. INGENIIOUSZ, voorzitter van ge meld armbestuur, wenscht geacht te worden, niet tot dit besluit te hebben melegewerkt. 2. Door den heer STULEMEIJER wordt namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der re kening van de bank van leening over 1913, gerappor teerd, dat zij deze rekening, bedragende in ontvang f. 53.384.03 en in uitgaaf f. 52.761.42, sluitende alzoo met een kassaldo van f. 622.61, met de daarbij behoo- rende bescheiden heeft nagezien en in orde bevonden, zoodat zij in overweging geeft bedoelde rekening goed te keuren. Spreker wenscht echter de aandacht erop te vestigen, dat in de rekening geene afschrijving voorkomt op de waarde van de gebouwen welke is getaxeerd op f. 8000.Waarschijnlijk is dat niet gebeurd, omdat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 221