228 1 AUGUSTUS 1914. De heer VAN IERSEL zegt, dat bij het agentschap van de Nederlandsche Bank het bankpapier tegen zil ver wordt ingewisseld. Gewenscht is het, dat men het een dag te voren aanvraagt. 11. De VOORZITTER wenscht, alvorens de verga dering te sluiten, nog een enkel woord te richten tot de Bredasche bevolking in het algemeen en tot de leden van dezen raad, als vertegenwoordigers van de Bre dasche burgerij, in het bijzonder. En dan moet spreker allen op het hart drukken, om te zorgen, dat men in deze moeielijke dagen de noodige kalmte weet te be waren en het gezond verstand laat werken. Wij doorleven, weliswaar, een kritieken toestand, maar het vaderland heeft vroeger meermalen zware crisissen doorstaan. Spreker is er vas;t van overtuigd, dat ons dierbaar vaderland, onder de beproefde leiding vhn het Huis van Oranje, ook dezen crisis schitterend zal te boven komen, en vertrouwt, dat de Bredasche bevolking, evenals bij vroegere gelegenheden, daarbij zal toonen te zijn kalm, kranig en moedig. Spreker twijfelt er niet aan, dat met den steun van Hoogerhand, ons vaderland dezen moeielijken tijd wel zal weten te doorstaan. De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 228