1 SEPTEMBER 1914. 237 voer van licht en lucht ernstig zal worden benadeeld, weshalve wordt voorgesteld op het adres afwijzend te beschikken. De VOORZITTER vraagt, of de raad zich met dit prae-advies kan vereenigen. De heer STULEMEIJER zegt, dat dit prae-advies zal moeten worden afgestemd en wel om redenen, die spreker zal halen uit de notulen van het vorig jaar, toen een soortgelijk geval door de wethouders Schel- t u s en Sassen is verdedigd. Het heeft spreker getroffen, dat in het prae-advies daarvan met geen enkel woord is melding gemaakt. Het betrof toen het geval t' Sas. Door den heer Rombouts werd toen betoogd, dat. wanneer het verzoek-t' Sas werd toegestaan, om het allerlaatste gedeelte, dat tot dusver onbebouwd geble ven was, te gaan bebouwen, men dan voortaan elk verzoek om afwijking van art. 14 behoorde toe te staan. Nog wees hij erop, dat de raad zou meten met twee maten, wijl een identiek verzoek van de firma Vroom en Dreesmann kort te voren was ge weigerd. De wethouder Scheltus, die zich ter plaatse van den toestand was gaan overtuigen, oordeelde, dat de overdekking geen schade zou toebrengen voor eene be hoorlijke toetreding van lucht en dat de verbouwing eene belangrijke verbetering zou zijn voor het bedrijf en het daarin werkzaam zijnde personeel. De wethouder Sassen, toen nog raadslid, wees erop, dat er een industrie in 't spel was hij had de aanvrage ook in alle bijzonderheden nagegaan en daar bij bevonden, dat er van alle kanten licht en lucht in voldoende mate kon toestroomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 237