<uv
1 SEPTEMBER 1914. 239
wordt toegestaan, in het gebouw van Breda's Mannen
koor absoluut geen licht of lucht meer kan toestroo-
men. Men moet ook niet uit het oog verliezen, dat in
het gebouw ook eene school gevestigd is. Als men de
uitbreiding aan den zuidelijken kant had willen tot
stand brengen, dan zou het bezwaar niet zoo groot
zijn. Thans echter gaat men krijgen een gebouw van
8 meter hoog, dat eiken toevoer van licht en lucht
voor het aangrenzend pand beneemt. Men kan daar niet
zoo luchthartig over heen gaan.
De VOORZITTER heeft er geen bezwaar tegen, om
het voorstel aan te houden, tenzij er veel haast is hij
de voorgenomen uitbreiding, hetgeen hem echter niet
bekend is.
De heer STULEMEIJER meent, dat het bestuur van
den Volksbond gaarne spoedig met de verbouwing zou
willen aanvangen.
De heer BLOEMARTS zou het voorstel liever willen
aanhouden, ten einde de leden gelegenheid te geven,
zich van den toestand te overtuigen. Spreker voelt er
veel voor, om, hetgeen men den een toestaat, aan een
ander niet te onthouden.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN wenscht
ook, als er leden zijn, die zich niet van den toestand
op de hoogte hebben gesteld, hen daartoe alsnog de
gelegenheid te verschaffen. In zoover kan spreker dus
wel medegaan met het voorstel, om de zaak aan te
houden, ofschoon hij persoonlijk overtuigd is, dat de
voorgenomen verbouwing niet hinderen zal aan het
gebouw van Breda's Mannenkoor.
De heer STULEMEIJER is overtuigd, dat de leden,
als zij het geval t' S a s vergelijken met het geval van