254
1 SEPTEMBER 1914.
ten einde die uit te reiken aan werkzoekenden. Spreker
hoopt, dat de werkgevers de commissie daarbij zooveel
mogelijk behulpzaam zal zijn. Als werk kan verschaft
worden, wenscht de commissie daarvoor allereerst in
aanmerking te brengen hen, die het waard zijn.
De VOORZITTER zegt, dat hij met zeer veel be
langstelling van de inededeeling der commissie heeft
kennis genomen. Spreker weet uit eigen aanschouwing,
dat de commissie zeer voel activiteit aan den dag legt,
doch hoopt intusschen, dat deze buitengewone werk
loosheid niet lang zal duren.
Spreker kan bovendien nog mededeelen, dat dezer
dagen bij burgemeester en wethouders een schrijven is
ingekomen van minister Treub over de oprichting van
een tijdelijk werkloozenfonds, welk schrijven bij dat
college reeds in ernstige overweging is. Het zal eene
gewichtige proefneming zijn, d'ie aan de gemeente heel
wat kosten zal, doch het dagelijksch bestuur zal daar
voor niet terugdeinzen en in de eerstvolgende vergade
ring de noodige voorstellen aan den raad doen. Op
dit oogenblik is men reeds bezig de vereischte gege
vens te verzamelen.
De heer VAN HULTEN meent, dat men die gege
vens het best zal kunnen krijgen bij den Bestuurders-
bond en de gecombineerde vakvereenigingen.
De VOORZITTER zegt, dat reeds stappen in die
richting worden gedaan.
26. De heer VAN HULTEN, alsnu het woord ge
vraagd en verkregen hebbende, vraagt, welk verband
er bestaat tusschen het Steuncomité en het gemeente
bestuur.
De VOORZITTER antwoord hierop, dat herhaalde
lijk besprekingen worden gehouden. Intusschen bestaat