261 3 OCTOBER 1914. De heer VAN HULTEN meent, dat het toch kwalijk aangaat om, waar eenerzijds ontslag wegens ziekte wordt verleend, aan den anderen kant den titularis het toezicht op de school op te dragen. De VOORZITTER wijst erop, dat het houden van toezicht geheel iets anders is dan les geven. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten het gevraagde ontslag eervol te verlee- nen met ingang van 1 October j.l. 10. Adres van mej. C. F. E 1 i g h alhier, verzoe kende wederinhuur van de woning aan de St. Anna- straat no. 19. Bij dit adres is gevoegd een voorstel van burgemees ter en wethouders, om de betrokken woning aan adres sante voor den tijd van drie jaar, ingaande 1 Novem ber a.a, weder in huur af te staan tegen een jaarlijk- schen huurprijs van f 230. De VOORZITTER vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. De heer STULEMEIJER vraagt, of niet bepaald dient te worden, dat de huur bij vooruitbetaling wordt voldaan. Spreker vraagt dit, in verhand met het voor stel bij punt 14. De VOORZITTER zegt, dat eene dergelijke bepa ling tot dusver niet bestaan heeft. Er is echter geen bezwaar tegen, om voor het vervolg zoodanige bepa ling in de huurovereenkomst op te nemen. De heer BLOEMARTS wijst erop, dat de gevallen, als waarop de heer S t u 1 e m e ij e r doelt, niet gelijk staan. Bij verhuur is de gemeente bevoorrecht op alles,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 261