264 3 OCTOBER 1914. De VOORZITTER vraagt, of de heer Van Hui ten weet, of de oudste leeraar wel voor de functie geschikt is. De heer VAN HULTEN antwoordt hierop ontken nend en zegt, niet te weten, wie de oudste leeraar is. De VOORZITTER herhaalt nogmaals, dat de functie van directeur eene geheel andere is dan die van leeraar. De directeur heeft in hoofdzaak slechts administratie te voeren. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten overeenkomstig het voorstel van bur gemeester en wethouders. De heer VAN HULTEN verzoekt aanteekening in de notulen, dat hij tegen dit voorstel is. 12. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij voorstellende mede te werken tot het vestigen eener grondrente ten behoeve der gemeente en ten laste van het perceel, gelegen aan het Engelbert van Nas- siauplein no. 153, kadastraal bekend gemeente Teterin- gen, sectie A no. 2667, groot 4 aren 32 centiaren, waarvan thans eigenaar is de zeereerw. heer Cor- nelis Woutman en welke grondrente zal bedra gen f 4.20, berekend tegen f 0.60 per M. over ee^e straatbreedte van 7 Meter, in te gaan op 1 Januari 1915. De heer TEYCHINÉ meent, dat indertijd toch be paald was, dat bij verkoop van den grond daarop een grondrente ten behoeve der gemeente zou gevestigd worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 264