282 3 OCTOBER 1914.
Waarom zou men dan afpingelen Die bedragen zijn
door den Minister voor het geheelè land vastgesteld en
spreker dringt erop aan, dat het ook hier geschieden
zal.
Wat de kwestie van terugwerkende kracht betreft,
ziet spreker niet in, welk bezwaar daartegen kan be
staan. Verschillende werkloozenkassen mogen geene
uitkeeringen meer doen, wijl het vermogen tot minder
dan 25 van het saldo is gedaald. Waar men steun
wil geven, moet men dit goed doen.
De benoeming van commissieleden zag spreker
gaarne aan den raad opgedragen en ook enkelen uit
den raad. Misschien, dat dan tenminste één lid zou
worden uitgekozen, die wat dichter bij de arbeiders
kringen staat.
Ten slotte beroept spreker zich op den Minister, dat
men de zaak royaal en loyaal moet opvatten.
De heer VAN HULTEN kan den voorzitter niet
feliciteeren met het door hem aangehaalde voorbeeld
van Rotterdam. Daar kunnen de uitkeeringen stijgen
tot f 10.50 per week en een bon voor halve huishuur.
Daar is samenwerking met het steuncomité.
Spreker gelooft niet, dat er werkloozen, als zij werk
kunnen vinden, zullen blijven rondloopen ter wille van
de uitkeering. De werkloozenkassen controleeren el
kander. Het bezwaar, aangevoerd tegen de uitkeering
aan personen beneden 20 jaar, houdt geen steek, om
dat de uitkeering slechts percentsgewijze geschiedt.
Daarmede zijn van zelf alle andere bezwaren onder
vangen.
De VOORZITTER wijst erop, naar aanleiding van
de door den heer Stulemeijer aangehaalde plaat
sen, dat ook in Den Haag niet het door den Minister
aangegeven maximum wordt uitgekeerd. Uit de omstan-