286 3 OCTOBER 1914. Daarna komt in stemming het amendement, om de commiseieleden te doen benoemen door den raad. welk voorstel eveneens met 15 tegen 4 stemmen verworpen wordt. Tegen stemden de heeren Fr. Smits, Bom, Bloemarts, Merkelbach van Enkhuizen, mr. W. IngenHousz, Schelt us. Sassen, Slechtriem, Staal, L ij d s m a n, J. M. In genHousz, Zijlmans, Loomans, Reigers man en Teychiné. Vóór waren de heeren Van Huiten, Van Ba- vel, Stulemeijer en Van Ierse 1. Art. 3 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer VAN HULTEN hoopt, dat het, nu niet aan armenverzorgers zal worden opgedragen. De VOORZITTER zegt, dat dit eene zaak is van burgemeester en wethouders en vindt de opmerking hoogst ongepast. Alsnu komt in behandeling het voorstel van den heer STULEMEIJER, om aan het reglement terug werkende kracht toe te kennen tot 7 September j.l. De heer STULEMEIJER, dit voorstel nader toe lichtende, wijst erop, dat het steuncomité al bestaat van vóór 7 September. Ook de arbeidsbeurs was al vóór dien datum in werking. De VOORZITTER doet opmerken, dat er groote bezwaren aan verbonden zijn, zoowel om de hooge kosten als de moeilijkheden van controleering. De heer Fr. SMITS spreekt de wenschelijkheid uit, dat ook iets voor de ongeorganiseerde werklieden ge daan wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 286