4 28 31 JANUARI 1914. Binnenlandsche Zaken gemaakt bezwaar, om de begrooting der ambachtsschool voor het jaar 1914 goed te keuren, wijl daarop een hooger bedrag aan rijkssubsidie voorkomt dan op de staatsbegrooting voor dat dienstjaar is uitgetrokken, voorstellende de be grooting in verband hiermede te wijzigen en het te hoog uitgetrokken bedrag aan rijkssubsidie te brengen onder de bijdrage der gemeente. De heer VAN HULTEN vraagt, waarom zoo'n hoog bedrag aan rijkssubsidie op de begrooting was uit getrokken. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat meerdere uitgaven zullen noodig zijn tengevolge van uitbreiding van leerkrachten. Hieromtrent is overleg gepleegd met den inspecteur voor het ambachtsonderwijs, doch de aanvrage om hoogere rijksbijdrage was dit jaar te laat ingediend. Voor 1915 zal die aanvrage tijdig geschieden. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de voorgestelde wijziging goedgekeurd. 27. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, met overlegging van het advies van de ge zondheidscommissie voor deze gemeente, en van het ingewonnen rapport van den directeur der openbare werken en bedrijven, waaruit blijkt, dat de woningen aan de Doelstraat no. 7 (eigenaar A. H. van der Steen straten) en Beijerd no. 11 (eigenaar B. M. J. van H o o ij d o n k) in zoodanigen toestand verkeeren, dat zij niet ter bewoning geschikt zijn en ook niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat zijn te brengen, voorstellende gemelde woningen onbe woonbaar te verklaren en te bepalen, dat die woningen moeten zijn ontruimd binnen den termijn van zes ca.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 28