3 OCTOBER 1914. 291
personen in het debat kunnen worden betrokken.
Overigens laat het burgemeester en wethouders koud, of
men de zaak in het openbaar, dan wel in het geheim
wenscht te behandelen.
De heer ZIJLMANS is het eens met den heer Rei
gersman. Bij deze zaak kunnen soms onwillekeu
rig personen in het debat gemengd worden, hetgeen
voor de betrokkenen onaangenaam kan zijn.
De heer BLOEMARTS voelt niet veel voor het voor
stel van den heer Reigersman. Het gaat hier
niet om personen, maar alleen geldt de vraag, of het
geval, zooals het daar ligt, iets met de personen te
maken heeft. De honorabiliteit en de bekwaamheid van
de betrokken personen zijn buiten eenige kwestie. Het
geldt een gewoon verschil van opvatting over de uit
legging eener instructie. Burgemeester en wethouders
hebben een© andere opvatting dan de directeur en nu
moet de raad uitmaken, wie gelijk heeft. Die ongelijk
heeft, is er niets minder om waard. Spreker wil daarom
de zaak in openbare zitting behandelen.
Door den heer Reigersman is gewezen op het
gevaar, dat wellicht personen in het debat zullen be
trokken worden. Als de leden zich niet vertrouwen en
vreezen persoonlijk te zullen worden, dan dienen de
deuren geBloten te worden.
De VOORZITTER doet opmerken, dat er een ge
deeltelijk gevaar bestaat, dat het debat persoonlijk zal
worden. Theoretisch moge het juist zijn, dat het hier
eene zuivere zakenkwestie betreft, maar praktisch komt