296 3 OCTOBER 1914.
Augustus liet uitvoerverbod was opgeheven. Er was
ook nog geen brief van de Steenkolenhandelsvereeniging,
dat zij weer voor geregelden aanvoer volgens contract
zou zorg dragen.
Als men dus de zaak beoordeelt naar den toestand
van het oogenblik, waarop de directeur onverwacht
voor het nemen eener beslissing werd geplaatst en mot
de wetenschap, dat reeds in de eerste maand 2000 ton
steenkolen waren gekocht tegen veel duurdere prijzen,
terwijl van eene algemeene opheffing van het uitvoer
verbod nog niets bekend was, dan kan den directeur
zeker geen verwijt treffen, dat hij in strijd met zijne
instructie zou hebben gehandeld.
Door den heer Sassen is aan den directeur ook
nog afgevraagd, of hij wel heeft nagedacht, waarom
de offerte van de firma Bueninck en Co. zoo
laag was.
Met evenveel recht, meent spreker, had men kunnen
vragen, waarom de prijzen van de Steenkolenhandels
vereeniging, waarmede een driejarig contract is afge
sloten, zoo hoog zijn.
De heer Scheltus, door wien de conferentie is
geopend, heeft bij den aanvang tot den directeur ge
zegd wij denken er geen oogenblik aan, dat u er
profijten van trekt.
Met welk doel is dit gezegd, vraagt spreker. Waar
om zooiets niet eerder gezegd, als er kolen worden
gekocht van f 12.en f 13.
De vraag, of het belang der gemeente afdoening de
zer zaak eischt, beantwoordt spreker bevestigend. Het
adres mag echter niet, zooals burgemeester en wethou
ders voorstellen, voor kennisgeving worden aangeno
men. Er zou een proces uit kunnen voortkomen voor
de gemeente.
Ook het belang van den directeur eischt eene uit-