298 3 OCTOBER 1914. de eer heeft gehad lid van dezen raad te zijn, de vol gende. In vroegere jaren werden de steenkolen gekocht door den directeur der gasfabriek. De raad heeft daar inder tijd een einde aan gemaakt en den aankoop positief willen brengen in handen van burgemeester en wethou ders in overleg met de gascommissie. Dat is geschied in 1896 en spreker gelooft, dat het in strijd is met den gedaclitengang van den raad, wanneer men meent, dat daarin bij de tegenwoordige instructie van den direc teur verandering zou zijn gebracht. Het is wel degelijk steeds de bedoeling geweest, dat alleen dan de directeur bevoegd is zelfstandig te han delen, wanneer in bepaalde gevallen, zooals bij onhei len enz., oogenblikkelijk moest worden ingegrepen. Doch hieronder valt niet de aankoop van grondstoffen, zoodat art. 9 dus niet kan slaan op den aankoop van kolen. Wil men echter voor het oogenblik aannemen, dat zulks wel het geval is, dan betwist spreker nog, dat het hier betrof een spoedeischend geval. Door burgemeester en wethouders is gezegd, dat er nog voldoende voorraad van steenkolen aanwezig was, voor weken. Ware dit niet het geval, dan zou spreker zich met het feit kunnen vereenigen. Maar er is eene omstandigheid, die een geheel ander licht werpt op de zaak en dat is het feit, dat het niet betrof een koop, die zoo maar ineens uit de lucht kwam vallen, doch waarover te voren door burgemeester en wethouders en den directeur gesproken is. Door den directeur was vroeger voorgesteld, van de betrokken firma eene partij steenkolen aan te koo- pen, doch burgemeester en wethouders hadden uitdruk kelijk geweigerd op het aanbod der firma in te gaan; Als eene soort van concessie werd de directeur echter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 298