302 3 OCTOBER 1914.
van den directeur en hij is persoonlijk voor den ge
sloten koop aansprakelijk.
Waar nu vaststaat, dat hier goede trouw aanwezig
is en waar men overtuigd is, dat de directeur in alles
zijn uiterste best doet, gaat het niet aan, hem wetens
en willens een schadepost te bezorgen. De meest zachte
wenk zal dus zijn, dat het prae-advies van burgemees
ter en wethouders wordt afgestemd.
De heer Fr. SMITS is van oordeel, dat hier wel
degelijk een spoedeischend geval aanwezig was. Zelfs
op dit oogenblik kan nog van spoedeischend© gevallen
worden gesproken. Dat er een kolenvoorraad is, vol
doende voor enkele weken, beteekent voor eene gas
fabriek niets. De oorlogstoestand, waarin we thans ver-
keeren, maakt het mogelijk, dat ieder oogenblik de uit
voer kan verboden worden en dan staat de gemeente
weer voor hetzelfde geval.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN is ook
absoluut van meening, dat hier een spoedeischend ge
val aanwezig was en betoogt, dat de gemeente niet an
ders kan doen, dan de kolen te accepteeren. Ook thans
nog is de toestand precair. Men weet niet, wat er bin
nen enkele dagen gebeuren kan.
De heer BLOEMARTS heeft over deze zaak reeds
gezegd, wat hij te zeggen had. Het doet spreker een
genoegen, dat de zaak objectief blijft en dat tot op dit
oogenblik nog niets is gezegd tot iemands nadeel. Doch
nu heeft men in het debat als feit gesteld, dat de direc
teur persoonlijk aansprakelijk zou worden gesteld, als
de gemeente de kolen niet accepteert. Spreker durft be
weren, dat daarvoor absoluut geen gevaar bestaat. De
Duitsche firma weet zeer goed, dat de directeur niet
voor zich zelf kocht. Zij had dus moeten vragen, wie