14 NOVEMBER 1914.
313
mejuffrouw M. J. I. Jansen, thans onder
wijzeres aan eene bijzondere school te Breda,
op de aan die betrekking verbonden jaarwedde
overeenkomstig de bepalingen der verordening,
regelende de jaarwedden van het onderwijzend
personeel aan de openbare scholen in deze
gemeente, in te gaan met den dag har er in
functietreding en onder voorwaarde, dat de
benoemde, eervol ontslag verlangende, het ver
zoek daartoe minstens drie maanden te voren
behoort in te dienen.
7. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar
bij, met overlegging der adviezen van de commissie
voor de ambachtsschool en den inspecteur van het mid
delbaar onderwijs, alsmede van het goedkeurend be
richt van den Minister van Binnenlandsche Zaken, ter
benoeming tot leeraar in het liandteekenen aan de am
bachtsschool alhier in alphabetische volgorde voordra
gende de heeren
1. P. A. J. W. L. van Gils,
2. W. P. M u'l d e r, beiden te Breda.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 14 op
den heer van Gils en 4 op den heer Mulder,
terwijl 1 briefje in blanco was ingeleverd.
Zoodat is benoemd tot leeraar in het hand-
teekenen aan de ambachtsschool alhier de heer
P. A. J. W. L. van Gils te Breda, op de
aan die betrekking verbonden jaarwedde, over
eenkomstig de bepalingen der verordening, re
gelende de jaarwedden van het onderwijzend
personeel aan de ambachtsschool in deze ge
meente, in te gaan met den dag zijner infunc-