324
14 NOVEMBER 1914.
de oprichting van den avondcursus ten zeerste zullen
apprecieeren. Waar dus het voorstel met sympathie
kan worden begroet, zou spreker wenschen, dat de
leeftijdsgrens, om te kunnen worden toegelaten, niet
op 19, maar op 18 jaar werd gesteld en wel met het
oog op den militairen dienstplicht. Er zijn vele jon
gens, die op 19-jarigen leeftijd in dienst moeten de
dienst duurt één a twee jaar, zoodat dezulken, als zij
uit dienst komen, ver achter zijn bij hunne mede-vak-
genooten.
Verder geeft spreker in overweging om, overeen
komstig het verzoek van adressanten, den duur van
den cursus op 4 maanden te stellen. Als men nagaat,
dat de maanden, waarin men de langste avonden heeft,
voor dezen cursus het meest geschikt zijn, en men in
de maand Februari al betrekkelijk lange dagen telt,
zoodat in deze maand aan de schilders wel eens de
gelegenheid zal ontbreken, om de lessen geregeld bij
te wonen, dan komt het spreker gewenscht voor, dat
ook de maand November in den cursus werd opgeno
men.
Waar nu burgemeester en wethouders op zoo prach
tige wijze, namelijk door de lessen geheel kosteloos te
doen geven, aan het verzoek van adressanten wenschen
te voldoen, zou het jammer zijn, dat de cursus niet ge
heel tot zijn recht zou kunnen komen.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de com
missie voor de ambachtsschool algemeen van oordeel
was, dat de leeftijd van 19 jaar moest worden aange
nomen als minimum-leeftijd, waarop men tot dezen cur
sus kon worden toegelaten, omdat men anders eenigs-
zins in conflict zou komen met de teekenschool. Ook
het teekenonderwijs is voor de schilders van belang.
De meeste leerlingen hebben de teekenschool eerst op