326 14 NOVEMBER 1914.
kunnen beoordeelen. in hoever het voorstel van den
heer Van Bavel aannemelijk is. Vooral, waar het
geldt een proefjaar, was dit de meest rationeele weg.
De heer VAN BAVEL kan op dit verzoek niet in
gaan. Spreker heeft zich in verbinding gesteld met de
betrokkenen, waarbij hein gebleken is, dat algemeen
een jongeren leeftijd voor toelating tot den cursusi wordt
gewenscht. Spreker vreest, dat de cursus anders op
een fiasco zal uitloopen.
De heer LIJDSMAN zegt, dat door de commissie
voor de ambachtsschool terecht is overwogen, dat deze
cursus niet in conflict mag komen met de teekenscliool.
Aangezien het hier echter een proefjaar geldt en elk
begin moeilijk is, zal men eerst de resultaten dienen
af te wachten. Indien blijkt, dat het beter is, de deel
nemers reeds op 18-jarigen leeftijd tot den cursus toe
te laten, zal de commissie niet nalaten het volgend jaar
daartoe een voorstel te doen. Spreker vreest echter
niet, dat de cursus, door dit verschil in leeftijd, fiasco
zal maken.
De heer VAN HULTEN is het eens met den heer
Van Bavel. Intusschen heeft het sprekers aandacht»
getrokken, dat in het adres gesproken wordt van een
examen van gezel, waaruit blijkt, dat ook onder de
vaklieden het streven naar het bezit van diploma's
valt waar te nemen.
Tot nog toe worden op de ambachtsschool alleen de
eerste gronden gelegd voor vakkennis. Een ambachts
man moet zich echter ook verder kunnen bekwamen.
Daarom heeft spreker zich afgevraagd, of thans niet
het gewenschte oogenblik is aangebroken, om aan de
ambachtsschool ook avondcursussen te verbinden, waar
de vaklieden voor het diploma van gezel worden op
geleid.