I
12 December 1914.
jjf.
Tegenwoordig de heeren F. C. J. VAN HULTEN,
F. A. M. J. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E.
BLOEMARTS, J. B. M. MERKELBACII VAN ENK-
HUIZEN, A. VAN BAVEL, C. L. STULEMEIJER,
A. J. M. VAN IERSEL, mr. W. INGENHOUSZ, A.
P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, W. J. SLECHT-
RIEM, L. J. STAAL, .T. LI.JDSMAN, J. M. INGEN
HOUSZ, A. W. ZIJLMANS, W. J. A. LOOMANS,
jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ en
N. J. II. VAN GROENENDAEL.
Afwezig de heer W. J. II. FEBER.
Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,
burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat
de notulen van het verhandelde in de vergaderingen
van 3 October, 14 en 28 November 1914, overeenkom
stig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van
orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden
hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toe-
gezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor
lezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daar
tegen in het midden heeft te brengen, allereerst voor
zooveel betreft de notulen van 3 October 1914.