12 DECEMBER 1914.
349
2. Door den heer VAN HULTEN wordt namens de
commissie, belast geweest met het onderzoek der reke
ning van het gemeentelijk pensioenfonds over 1913 uit-
geacht het volgend rapport
,,De commissie, door u benoemd tot onderzoek der
beide rekeningen van het gemeentelijk pensioenfonds,
„respectievelijk loopende van 1 Januari tot 30 Septem
ber 1913 en van 1 October tot 31 December 1913,
„meende aanvankelijk te moeten opmerken, dat naar
„hare meening de posten, welke aangeven de inkom
sten uit de bezittingen van het fonds, voor de eerste
„rekening niet het juiste bedrag over 9 maanden aan
gaven.
„Na inzage van de tweede rekening en na kennis
neming van de daarbij gevoegde toelichting dat de re-
bening geheel was volgens de geldende voorschriften,
„kan onze commissie met de boeking accoord gaan.
„De rekeningen met de daarbij behoorende bescliei-
„den zijn door ons nagezien en accoord bevonden en
„stellen wij uwen raad voor die rekeningen goed te
„keuren en het door de gemeente bij te passen tekort
„dier rekeningen te bepalen op f 4947.25s voor het tójd-
„vak van 1 Januari tot 30 September 1913 em op
„f 1815.98 voor het tijdvak van 1 October tot 31 De
cember 1913.
„Doordat ons medelid, de heer F e b e r, in weirkelij-
„ken militairen dienst is geroepen, hebben wij tot nu
„gewacht met het inleveren van dit rapport.
Breda, 11 December 1914.
„De commissie,
(get.) A. C. Bo m.
(get.) F. van Hul ten."
De VOORZITTER dankt eveneens de commissie voor
het gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt
