350
12 DECEMBER 1914.
voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, de beide
rekeningen goed te keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
3. Door den heer REIGERSMAN wordt namens de
commissie, belast geweest met het onderzoek der be-
grooting van het Oude-mannenhuis voor het dienstjaar
1915, gerapporteerd, dat zij die begrooting, bedragende
in ontvang f 14177.82 en in uitgaaf f 14014.30, sluiten
de alzoo met een vermoedelijk batig saldo van f 163.52,
heeft nagezien en daarop geene bemerking heeft, zoodat
zij voorstelt, gemelde begrooting goed te keuren.
De VOORZITTER dankt de commissie mede voor het
gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt
voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, de onder-
werpelijke begrooting goed te keuren.
Waartoe besloten wordt.
De heer J. M. INGENHOUSZ, voorzitter van het
college van regenten van gemeld gesticht, wenscht ge
acht te worden, niet tot dit besluit te hebben mede
gewerkt.
4. Door den heer J. M. INGENHOUSZ werd na
mens de commissie, belast met het onderzoek der ge
meente-rekening over het dienstjaar 1913, gerapporteerd,
dat zij die rekening, sluitende met een nadeelig slot
van f 4524.22, met de noodige bescheiden heeft nage
zien en accoord bevonden, weshalve zij adviseert ge
melde rekening goed te keuren.
De VOORZITTER dankt ook deze commissie voor
het gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt
voor gemelde rekening voorloopig vast te stellen in