358 28 DECEMBER 1914. De heer TEYCHINÉ zegt, dat hij met groote ver wondering van dit adres heeft kennis genomen. Spre ker begrijpt niet, hoe het mogelijk is, dat de heer Later een dergelijk adres aan den raad heeft kan nen richten, in plaats van ten zeerste ingenomen te zijn met deze onderscheiding. Spreker moet dan ook ronduit bekennen, dat hi^ het optreden van den heer Later onbegrijpelijk vindt. Ware de heer Later een unicum op het gebied van de electro techniek, dan zou dit adres nog eenigszins te verklaren zijn. Spre ker zal niets afdingen op de capaciteiten van den heer Late r, doch wil alleen er maar op wijzen, dat men met een enkel diploma en een paar maanden practi- sche ervaring nog geen technicus is. Verder zal spreker over deze zaak niet uitwijden, doch alleen als zijne zienswijze te kennen geven, dat de heer Later beter had gedaan, de zaak haar ge wonen loop te laten nemen, in plaats van dit ongepast schrijven aan den raad te richten. De VOORZITTER meent, dat beschouwingen over den inhoud van het adres thans weinig ter zake doen. De heer TEYCHINÉ zou toch gaarne vernemen, hoe dit schrijven in het college van burgemeester en wethouders is ontvangen. De VOORZITTER zegt, dat hij zich daarover niet kan uitlaten. De heer STULEMEIJER moet opkomen tegen de bewering van den heer Teychiné dat het adres ongepast zou zijn. Spreker vindt daarin niets ongepast en acht het zeer verklaarbaar, dat de heer Later, toen hij de opdracht ontving, zich zal afgevraagd heb ben, of hij daarvoor ook beloond zou worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 358