368 28 DECEMBER 1914. de Raad voor de behandeling der raadsagenda's noö- dig heeft, kunnen wij niet toegeven, dat die agenda's te veel punten bevatten. Getal en uur der vergaderin gen van den Raad zijn zaken, welke staan ter beslis sing van den voorzitter, die zich niet moet vleien, het allen naar den zin te zullen kunnen maken. De heer STULEMEUER zegt, dat hij den gods vrede, die thans ook in deze raadszaal heerscht. niet verstoren zal d or het hou'en van politieke beschou wingen, wijl hij dan slechts in herhaling zou moeten treden van hetgeen door hem het vorig jaar bij de be handeling der begrooting reeds in het midden is ge bracht en ook, omdat, zooals het vorig jaar gebleken is, dergelijke redevoering toch met een diep stilzwijgen zou worden beantwoord. Toch wenscht spreker enkele punten te bespreken, welke betrekking hebben op de raming van verschil lende inkomsten, alsmede de vraag, in het centraal rap port bij volgnummer 151 gedaan, om eene opgaaf over te leggen van de waarde der verschillende eigendom men van de gemeente. Dit laatste in verband met den schuldenlast der gemeente. Wat de raming der inkomsten betreft, vraagt spreker de aandacht voor een paar zaken, die, naar hiji meent, wel onder de oogen mogen wórden gezien. Op de eerste plaats wenscht hij vast te stellen, dat er een belrag van f 19000.— van het batig saldo van 1913 is noodig geweest, om deze begrooting sluitende te maken. Op de tweede plaats is als rijkssubsidie voor de hoogere burgerschool uitgetrokken een bedrag van f 18000.ofschoon die subsidie tot nu toe slechts f 10000.bedroeg. Wel had de Minister bij de staatsbegrooting voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 368