372 28 DECEMBER 1914. Wat (le gasfabriek betreft, geeft spreker toe, dat het gasverbruik in de laatste maanden dalende is, doch dit is nog geen reden om te vreezen, dat het winst cijfer te hoog geraamd is. De raming is op f 103 009. gesteld, ofschoon in 1913 een bedrag van f 125000. als winstcijfer aan de gemeente is uitgekeerd. Er is dus nog speling genoeg. Heel onvoorziene omstandig heden uitgezonderd, b.v. éene aanmerkelijke stijging van de kolenprijzen, zal het werkelijke winstcijfer wel de raming overtreffen. Voor de electrische centrale stellen burgemeester en wethouders voor memorieposten op de begrooting uit te trekken. In de toekomst zal dit bedrijf als een com mercieel bedrijf moeten worden behandeld en de thans daarvoor te maken kosten onder de oprichtingskosten behooren te worden gerangschikt. Het is zeer moeilijk daarmede reeds op deze begrooting rekening te houden. Eene schatting van de eigendommen, zooals de heter Stulemeijer wenscht, kan van belang zijn, als de gemeente een groot grondbedrijf heeft. Spreker ziet er echter geen practisch nut in, om de waarde te schat ten van havens, bruggen, straten, pléinen enz. Dat is trouwens niet mogelijk en het zou uitdraaien op eene fantasie-waarde. Ook voor de schuldeischers der gemeente heeft die schatting geen practisch nut. Bij het sluiten van leeningen vraagt de geldschiet- ter welke belastingen geheven worden, hoe hoog het percentage van den hoofdelijken omslag is, of de be lastingen niet te zwaar drukken en of er veel finan- cieel-krachtige inwoners zijn. Dit alles houdt verband met de kredietwaardigheid der gemeente. Wat het tekort op den dienst 1914 betreft, wijst spre ker erop, dat dit een gevolg is van den oorlogstoe stand. De kermis is vervallen, zoodat de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 372