ïct
374 28 DECEMBER 1914.
De VOORZITTER herhaalt, dat van vele eigendom
men slechts eene fantasie-waarde kan worden vastge-
teld. Welke waarde zal men b.v. aan den toren moe
ten toekennen. En zoo zijn er verschillende andere
eigendommen. Men zou er dan een commercieel bedrijf
van moeten maken.
De heer STULEMEI.JER blijft het voor een goed
inzicht toch gewenscht achten, al was het dan maar
eene approximatieve waarde.
De heer SASSEN wijst erop, dat de schuld der ge
meente, evenmin als die van het Rijk, gedekt behoeft
te zijn. Als men op het idee van den heer Stule-
m e ij e r ingaat, zou er jaarlijks zoo'n staat gemaakt
moeten worden. En dan is het de vraag, of men den
kostprijs, dan wel den werkelijken prijs van de eigen
dommen dient op te nemen.
De heer STULEMEIJER betoogt, dat de waarde van
keien, trottoirbanden, trottoirs enz. wel geschat kan
Avorden, hetgeen een beter inzicht geeft in den toestand
der financiën.
De heer SASSEN zegt, dat eene dergelijke schatting
voor dekking van de gemeenteschuld niet noodig is en
ook geen practisch nut heeft. Wat het gasverbruik be
treft, wijst spreker erop, dat dit de laatste maand weer
ongeveer tot het normale cijfer gestegen is.
De algemeene beschouwingen hiermede geëindigd
zijnde, wordt overgegaan tot eene artikelsgewijze be
handeling der begrooting, te beginnen met de
UITGAVEN.
Volgnummer 1.
Een lid eener afdeeling stelt hier de vraag, of bij