£ül" 28 DECEMBER 1914. 385 bij de gemeente is; vooral gedurende de suiker-cam pagne is de weg onbegaanbaar. Een andere industrie is daar niet denkbaar bij zulk een toestand van den weg. Alle leden dezer afdeeling dringen op het nemen van maatregelen aan. Antwoord De hierbedoelde weg heeft niet de bestemming van een gewonen verkeersweg, al wordt hij als zoodanig gebezigd. Op de gemeente rust daar ter plaatse alleen de onderhoudsplicht van het jaagpad langs de rivier ,de Mark", dat is: onderhoud van eene smalle aarde- baan. Het is zeer twijfelachtig, of de gemeente gerech tigd is, om zonder medewerking der aangelanden tot aanleg van een weg van voldoende breedte over te gaan. Indien de bedoeling mocht zijn, het aanbrengen van een verharding door de gemeente, zullen naar onze opvatting en de praktijk van den laatsten tijd de aangelanden in de kosten dier verharding hebben bij te dragen. De heer STULEMEIJER, wijzende op den onhoud- baren toestand daar ter plaatse, wenscht dat de weg, voor zoover de gemeente daartoe verplicht is, behoor lijk wordt onderhouden, al is het dan alleen maar het jaagpad. De VOORZITTER zegt, dat de gemeente geen andere verplichting heeft dan die tot onderhoud van het jaagpad. Indien de gemeente den weg ging verharden, dan zouden de aangrenzende eigenaren eene belang rijke bijdrage moeten doen. De heer STULEMEIJER betoogt, dat het alleen gaat over het schoonhouden van den weg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 385