28 DECEMBER 1914. 887 ten schepen bestaan reeds opdracht zal worden ge geven om te onderzoeken of die voorschriften kunnen worden aangevuld voor de bediening der lieren aan boord, alsmede of de brugwachter zich behoorlijk van zijn taak kwijt. De heer STULEMEL1ER zegt, dat de toestand wer kelijk onhoudbaar is geworden en meent, dat willekeur niet is uitgesloten. Verbetering zou kunnen plaats heb ben, wanneer telkens niet meer dan een of twee' sche pen achter elkander werden doorgelaten en dat de brug gen eerst werden opengedraaid, als de trams in beide richtingen zijn gepasseerd. Intusschen dankt spreker voor de gedane toezegging. De VOORZITTER wijst erop, dat ook rekening moet worden gehouden met de uren, waarop de spoorbrug- geopend wordt. Burgemeester en wethouders zullen de kwestie nog eens nader onderzoeken en overwegen, op welke wijze eenige verbetering in het verkeer kan ver kregen worden. De post wordt hierop goedgekeurd. Volgnummer 7 5. Een lid eener afdeeling klaagt over den staat, waar in het urinoir bij de St. Josephkerk zich bevindt en vraagt herstelling of vernieuwing. Antwoord De post voor het hierbedoelde onderhoud is voor 1914 en 1915 reeds belangrijk hooger uitgetrokken, dan voorgaande jaren, zoodat waarschijnlijk aan het ge vraagde zal kunnen worden voldaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 387