388 28 DECEMBER 1914. De heer VAN HULTEN vestigt eveneens de aaii- dacht op het urinoir op het Kerkplein. De toestand is daar treurig. De heer VAN BAVEL zegt, dat in het antwoord van burgemeester en wethouders vermeld is, dat waar schijnlijk aan het gevraagde zal kunnen worden vol daan. Spreker vindt het echter noodzakelijk, dat het urinoir bij de St. Josephskerk verbeterd wordt. De VOORZITTER zegt, dat met de opmerkingen rekening zal worden gehouden. De post wordt hierop goedgekeurd. Volgnummer 7 6. Door een der leden wordt opgemerkt, dat de her stelling der beschoeiing aan den Tramsingel bij de Gasbrug geen verbetering kan genoemd worden en geenszins aan het gewenschte doel beantwoordt. Antwoord Er zal nog eens worden nagegaan, of zonder al te hooge kosten het gewenschte doel alsnog kan worden bereikt door - wijziging der beschoeiing. Zonder beienking wordt deze post goed gekeurd. Volgnummer 7 7. Een lid eener afdeeling wijst er op, dat de klok van de Groote Kerk steeds achter is bij de Stationsklok. Antwoord De ons verstrekte inlichtingen door den stadsuur- werkmaker hebben ons vermoeden bevestigd, dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 388