28 DECEMBER 1914. 389
verschil in tijdsaanwijzing een euvel is van de stations
klok op het voorplein.
De heer VAN BAYEL vindt het toch vreemd, dat
het stadsuurwerk altijd 3 a 4 minuten achter is bij de
spoorklok. Vele reizigers ondervinden daarvan nadeel.
De VOORZITTER zegt, dat hij den stadsuurwerk-
maker over deze zaak gesproken heeft en meent, dat
de fout schuilt bij de klok van het station.
De heer VAN BA VEL wijst erop, dat iederen mor
gen om half tien aan alle stations de Amsterdamsche
tijd wordt verstrekt en de uurwerken daarnaar worden
geregeld.
De VOORZITTER zegt, dat vroeger de stadsklok
altijd een paar minuten voor was bij de stationsklok.
Tegenwoordig zijn beide uurwerken steeds gelijk.
IRerop wordt de post goedgekeurd.
Volgnummers 8 3/8 7.
Een lid eener afdeeling wijst er op, dat bij het op
maken der begrooting geen rekening is gehouden met
het besluit van den Raad van 28 November 1914 tot
oprichting eener electrische centrale en wenscht daar
voor een post op de begrooting te plaatsen.
Andere leden dezer afdeeling zij;n van meening, dat
het nu nog niet mogelijk is, een zeker cijfer voor het
stichten eener electrische centrale te bepalen, doch ge
ven het college van B. en W. in overweging een me
morie-post uit te trekken waarbij het eerstbedoelde
lid zich aansluit.
Alle leden der afdeeling verzoeken B. en W. de
werkelijke uitgaven voor het reeds in werking zijnde