28 DECEMBER 1914. 393 Aangaande de wijze, waarop hier ter stede de kin dervoeding werkt, kan spreker nog mededeel en, dat hij op 5 Januari 1913 een bezoek heeft gebracht aan de inrichting van de vereeniging „Kindervoeding". Allereerst moet spreker dan een woord van lof bren gen aan mejuffrouw B a d o n G h ij b e n, die ook op ander gebied van armenzorg nuttig werkzaam is, voor al hetgeen zij in het belang der kindervoeding verricht. Dit neemt echter niet weg, dat spreker met de inrichting zelve niet geheel kan sympathiseer en. Er waren daar op den dag van sprekers bezoek 200 a 250 kinderen bijeen, waarvan zeker 95% katho liek zijn. Slechts 2 a 3 kinderen zag spreker een vluchtig teek en maken alle andere kinderen baden niet. Weliswaar staat met groote letters op een der muren van het lokaal „Voor het eten bidden, na het eten danken", doch spreker ondervond, dat daaraan niet de hand werd gehouden. Als men. thuis wil, hetgeen toch met de meeste ka tholieke ouders wel het geval zal zijn, dat de kinderen vóór en na het eten bidden, is het zeker plicht, dat daaraan de hand gehouden wordt, wanneer de oudeirs, •door hun behoeftigen toestand, genoodzaakt zijn hunne kinderen elders een maal eten te doen verstrekken. Men kan echter van mejuffrouw B a d o n G h ij b e n, die overigens, zooals spreker reeds gezegd heeft, allen lof toekomt, niet verwachten, dat zij katholieke kinde ren laat bidden, evenmin als men dit verwachten kan van de vereeniging „Kindervoeding", die onder de maatschappij „Tot Nut van 't Algemeen" staat. In verband met het godsdienstig element kan spre ker derhalve niet sympathiseeren met deze vereeniging en wijl de gemeente, evenals vorig jaar, wel zal wei geren om in te grijpen, doet hij een beroep op de katholieken van Breda, ten einde in eene katholieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 393