tu
rn 28 DECEMBER 1914.
In een der vergaderingen van de gascommissie, niet
in die van burgemeester en wethouders, deelde de di
recteur mede, dat hij de woning aan de gasfabriek
wensehte te verlaten en dat de heer Later daarin
zou komen wonen. Hierop werd geantwoord, dat in
principe daartegen geen bezwaar bestond, maar dat er
iemand moest inwonen. Eene beslissing werd echter
niet genomen, waartoe de gascommissie ook trouwens
niet bevoegd is. Daarna werd vernomen, dat de heer
Later bezwaar had tegen het betrekken van die
woning.
In het begin van den zomer vroeg de directeur, met
het oog op den gezondheidstoestand van zijn kinderen
verlof om een paar maanden buiten te mogen wonen.
Hiertegen was volstrekt geen bezwaar, waarna de di
recteur tijdelijk eene woning betrok aan de Baronie
laan.
Korten tijd nadien brak de oorlog uit en bij den
grooten stroom van vluchtelingen, die hier een goed
heenkomen zochten, beeft de directeur ook in zijne wo
ning tijdelijk een paar Belgische gezinnen onderge
bracht. In de meening, dat het slechts van zeer tijde-
lijken aard zou zijn en niet veronderstellende, dat het
lang zou duren, hebben burgemeester en wethouders
daarvan niets gezegd. In die eerste oogenblikken was
men trouwens al blij, de menschen een behoorlijk on
derdak te kunnen bezorgen.
Een paar maanden geleden vernamen burgemeester
en wethouders echter, dat de directeur zich voor goed
in de Vijverstraat gevestigd had. Daarvoor is nimmer
toestemming gegeven.
En nu kan men wel zeggen, dat de directeur niet
verplicht is van het genot der hem toegezegde ambts
woning te genieten, het blijft toch een feit, dat die
woning daarvoor is aangewezen, met de blijkbare be-