T
31 JANUARI 1914.
43
De VOORZITTER stelt voor, deze stukken in besloten
zitting te behandelen.
Waartoe besloten wordt.
40. De heer STULEMEIJER, alsnu het woord ge
vraagd en verkregen hebbende, zegt, dat in de ver
gadering van 16 Augustus 1913 het besluit werd
genomen, waarbij burgemeester en wethouders werden
gemachtigd, om zich tot de regeering te wenden met
het verzoek, dat de beslissing op de concessie-aanvrage
door de provincie voor de oprichting eener electrische
centrale worde verdaagd, totdat de besturen van deze
en andere groote gemeenten over die aanvrage zouden
zijn gehoord. Spreker vraagt, of hierop reeds een
antwoord is ingekomen.
De VOORZITTER zegt, dat ongeveer een paar weken
geleden van den minister een antwoord is ingekomen,
dat hij geen termen heeft kunnen vinden, om op het
besluit van zijn ambtsvoorganger terug te komen.
41. De heer VAN HULTEN, alsnu het woord
gevraagd en verkregen hebbende, zegt, dat het zijne
aandacht heeft getrokken, dat de brug bij de gasfabriek
niet meer voldoet, in verband met het groote verkeer,
hetwelk daarover plaats heeft. Spreker vraagt, of dit
euvel niet kan worden weggenomen.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat deze brug
het vorig jaar pas verbreed is ten behoeve van het
verkeer voor de voetgangers. Dit heeft eene uitgaaf
gevorderd van ongeveer f 1200,Het is niet mogelijk
de brug thans nog meer te verbreeden.
De VOORZITTER sluit de openbare vergadering,
welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.
De secretarisDe voorzitter,