14 MAART 1914.
57
De heer VAN BAVEL handhaaft zijn voorstel, om
de eerste periodieke verliooging te doen ingaan op l
Januari 1916. Spreker ziet de onbillijkheid daarvan
volstrekt niet in.
De heer STULEMEIJER meent, dat men zich over
het scheppen van een precedent niet druk behoeft te
maken. Bij de aanvrage van den heer Schuurman,
om eene veranda te maken in het Valkenberg, bekom
merde de heer Bloemarts zich ook niet om een
precedent.
De heer BLOEMARTS vindt het voorbeeld omtrent
het stellen van een precedent al zeer ongelukkig geko
zen. Spreker heeft echter niet van een precedent ge
sproken, doch hij wenscht geen inbreuk te maken op
eene regeling, die al sinds jaren bestaat. Daar is geen
enkele reden voor.
De heer VAN HULTEN vraagt, waarom de hulp
keurmeester is uitgeschakeld voor eene extra-belooning
voor het keuren van visch.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de keuring
van visch is opgedragen aan den keurmeester van vee
en vleesch, niet aan den hulp keurmeester. Het is eene
afzonderlijke betrekking, die ook uit een anderen post
wordt betaald.
De heer SASSEN wijst er nog op, dat,, indien de
raad op het voorstel van den heer van Bavel
ingaat, dit ten zeerste zou ingrijpen in alle bestaande
verordeningen.
Het voorstel van den heer VAN BAVEL wordt
alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 15
tegen 4 stemmen.