00 14 MAART 1914. De heer VAN HULTEN geeft zijne verwondering erover te kennen, dat de vereeniging van Nederland- sche gemeenten, waarbij deze gemeente is aangesloten, niets van zich heeft laten hooren. Spreker zou wen- schen, dat ook door die vereeniging krachtige pogin gen werden in het werk gesteld in den geest van den gemeenteraad van Veisen en zou den afgevaardigde van Breda willen opdragen in die richting werkzaam te zijn. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat door de vereeniging van Nederlandsche gemeenten reeds een dergelijk verzoek aan de Tweede Kamer is gedaan. De heer mr. W. INGENHOUSZ bevestigt nader het gesprokene door den voorzitter en voegt erbij, dat de vereeniging van Nederlandsche gemeenten vooraf de instemming van het dagelijksch bestuur heeft gevraagd. Toen het adres van Velsen kwam, hebben burgemees ter en wethouders gemeend, dat er geen bezwaar be stond, om ook dit adres te steunen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van den voorzitter. 18. Adres van den heer N. A.van Lunen, gewezen ambtenaar ter secretarie alhier, thans te Nijmegen, verzoekende hem eene gratificatie toe te kennen we gens buitengewone werkzaamheden tijdens eene vaca ture. Bij dit adres is gevoegd een voorstel van burgemees ter en wethouders om, op grond van de door den heer gemeente-secretaris verstrekte inlichtingen, op het adres afwijzend te beschikken. Zonder bedenking wordt dienovereenkom stig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 60