64 14 MAART 1914. De opmerking van den directeur, dat buitentrappen, stoepen, pothuizen enz., buiten de rooilijn aangelegd, nog in tal van plaatsen het voorbeeld leveren van vroegere kortzichtigheid, acht spreker spijkers op laag water zoeken. Het zal daar nooit een drukke verkeers weg worden. Wanneer de gemeente te eeniger tijd uitvoering mocht geven aan een vroeger plan, om een parallelweg te maken, loopende van de Halstraat evenwijdig met de Ginnekenstraat naar het van Coothplein, dan zal die uit bouw het verkeer volstrekt niet belemmeren. Maar deze weg zal er wel nooit komen. Het plan is indertijd afge stuit op de hooge eischen, door het Rijk gesteld, dat voor de oude kazerne f 46000.- vroeg. Doch al zou die weg ooit gemaakt worden, dan zou hij nog niet voor passage dienen, doch in hoofdzaak slechts voor het verkeer van voertuigen. Spreker begrijpt dus niet, wat er tegen kan zijn om het verzoek toe te staan. Men kan de vergunning tot wederopzegging verleenen. Spreker geeft toe, dat er wellicht meerdere aanvragen van dien aard zullen inkomen, doch ten aanzien van de grens omtrent het toelaatbare moet men ieder geval op zichzelf beoordeelen. Als b.v. aan de overzijde de eigenaar van het hotel van Ham met een dergelijk ver zoek kwam, zou dit niet ingewilligd kunnen worden, want dan zou zoo'n veranda een sta-in-den-weg zijn Daarentegen zijn op de Markt voor de Beurs en het Zuid-Hollandsch Koffiehuis ook dergelijke uitbouwen. Het eenige verschil bestaat hierin, dat adressant den uitbouw ook van voren wil dicht maken. Men moet toch in het belang van het verkeer en ter bevordering van het vreemdelingenbezoek ook wat doen. Het is eene attractie voor de gemeente. Bovendien vindt men dergelijke uitbouwen in tal van andere groote plaatsen. Het belang van Breda brengt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 64