14 MAART 1914. 66 voorgenomen uitbouw het uitzicht op haar winkel zal worden benomen. De gelegenheid, om hare koopwaren te laten zien, mag haar niet ontnomen worden. Spreker vindt het toch al ongepermitteerd, dat de kasteleins zooveel voorrechten genieten boven andere nering doenden. De heer STULEMEIJER had gemeend, dat over dit verzoek wel ,,la mort sans phrase" zou zijn uitge sproken, omdat ieder lid Avel overtuigd moet zijn, dat het verzoek onmogelijk kan worden ingewilligd. Het motief, dat eenige heeren het aangenaam vinden, als men daar gezellig zijn glaasje bier kan zitten drinken, kan geen reden zijn, om het verzoek toe te staan. Er is absoluut geen gemeentebelang bij betrokken. En wat gaat er gebeuren, als men dit verzoek zou toestaan Dan is men voortaan verplicht alle dergelijke aanvra gen in te willigen, niet alleen van neringdoenden, maar ook van particulieren. Spreker ziet niet in, dat derge lijke veranda's een attractie vormen voor Breda, zooals de heer Teycliiné het noemde. De uitdrukking van den heer T e y c h i n dat het hier anders eene Kuij- periaansche boel zou worden, acht spreker niet ernstig gemeend. Ook gelooft hij niet, dat men elders voor dergelijke uitbouwen toestemming zou verleenen. Spre ker is geen enkele stad bekend, waar men die uitbou wen aantreft In Brussel, op de Place du Nord, onderbreekt de heer TEYCHINÉ. Daar heeft men glazen schotjes,, zooals hier bij het Zuid-Hollandsch koffiehuis, zegt de heer STULE MEIJER, maar geen glazen potkasten, zooals adres sant wil. Als men een mooi trottoir wil hebben, moet men er geen glazen kast op zetten. Het komt spreker dan ook voor, dat de aanvrage onmogelijk kan worden toegestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 66