21 Maart 1914.
.J H I*
Tegenwoordig de heeren F. C. J. VAN HULTEN,
mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MERK FT •-
BACH VAN ENKHUIZEN, W. J. H. FEBER, A.
VAN BAVEL, A. J. M. VAN IERSEL, A, P, SCHEL-
TUS, H. A. SASSEN, W. J. SLECHTRIEM, L. J.
STAAL, J. LIJDSMAN, J. M. INGENIIOUSZ, A. W.
ZIJLMANS, W. J. A. LOOMANS, jhr. mr. A. REI
GERSMAN en J. J. L. TEYCHINÉ.
Afwezig de heeren F. A. M. J. SMITS, A. C. BOM,
C. L. STULEMEIJER, mr. W. INGENHOUSZ en N.
J. H. VAN GROENENDAEL.
Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,
burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt
mede, dat zijn ingekomen berichten van de heeren F r.
Smits, Bom, mr. W. IngenHousz, Stule-
meijer en van Groenendael, dat zij verhin
derd zijn deze vergadering bij te wonen, de beide eerst-
genoemden wegens ongesteldheid en de drie laatstge
noemden wegens uitstedigheid.
De VOORZITTER zegt, dat de vaststelling der no
tulen van het verhandelde in de vergadering van 31
Januari j.l. in de vorige vergadering is aangehouden
en vraagt, of iemand der leden daartegen eenige be
denking in het midden heeft te brengen.
