21 MAART 1914.
91
dat het is toegestaan. Doch er bestaat nog eene oude
verordening van 1882, waarbij het bekleeden van neven
betrekkingen verboden is, al is daaraan niet altijd
nauwkeurig de hand gehouden.
Het is evenwel niet de bedoeling om alle nevenbe
trekkingen te verbieden, doch wel om misbruiken tegen
te gaan. Er hebben zich b.v.b. gevallen voorgedaan,
dat hoofden van scholen maandenlang zitting hadden
in examen-comm'issiën. Dit is nadeelig voor het onder
wijs. Tegen zulke misbruiken moet worden gewaakt.
Elk geval zal dus afzonderlijk worden behandeld.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu de
verordening, met inachtneming van de goed
gekeurde wijzigingen, zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De ontwerp-verordening, regelende de belooning voor
het geven van herhalingsonderwijs, hiervoor sub b ge
noemd, wordt hierna eveneens zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
12. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij ter vaststelling aanbiedende eene ontwerp-ver
ordening, betreffende het bekleeden van nevenbetrek
kingen enz. door personeel, werkzaam bij het openbaar
lager onderwijs in deze gemeente.
De VOORZITTER stelt deze verordening aan de
orde.
De heer FEBER wijst erop, dat volgens art. 3, sub
4o. het verbod, om privaat-onderwijs te geven aan
leerlingen van dezelfde school, niet van toepassing is
op onderwijzers, die van het hoofd der school, waar
aan zij verbonden zijn, schriftelijk ontheffing hebben
verkregen van dit verbod. Spreker acht het niet ge-
wenscht, dat het recht, om die ontheffing te verleenen