12 JUNI 1915.
103
van ieder afzonderlijk, kan spreker niet uitmaken. Het
is hein verzekerd door den directeur van openbare wer
ken. Ook wat betreft de begrooting moet men kunnen
afgaan op den directeur en de bouwcommissie. Spreker
is niet deskundig op dit gebied en kan dus over de
cijfers niet oordeelen.
De heer ZIJLMANS geeft in overweging de beide
bruggen ieder afzonderlijk en vervolgens in massa aan
te besteden. Er zal dan wel blijken, wie gelijk heeft
en voor de gemeente kan het een voordeel worden.
De heer SASSEN vindt het prijsverschil, waarop de
heer Stulemeijer heeft gewezen van genoegzaam
aanbelang om de zaak nog eens degelijk te overwegen.
Het is van groot belang om te weten, of eene brug
gevoteerd wordt van f 20000.dan wel van f 25000.
De heer STULEMEIJER doet een beroep op vorige
begrootingen, welke herhaaldelijk te laag zijn geble
ken. Als spreker ziet, dat de raming z.i. 10 a 15% te
laag is, acht hij zich als raadslid verplicht, daarop de
aandacht te vestigen.
De heer BLOEMARTS wenscht naar aanleiding van
de discussiën eene vraag te stellen, welke hij liever
niet in openbare vergadering doet en verzoekt daarom
de vergadering voor eenige oogenblikken te schorsen.
Niemand hiertegen eenige bedenking hebben
de, wordt de openbare zitting geschorst.
Na heropening der vergadering, stelt de VOORZIT
TER de zaak opnieuw aan de orde.
De heer REIGERSMAN zegt, na hetgeen hij ge
hoord heeft omtrent de geprojecteerde werken, dat de
kosten wel niet buitensporig, maar toch hoog zijn. Tot