104 y - 12 JUNI 1915. heden heeft men met de bruggen kunnen volstaan en de vraag, of het verkeer in den laatsten tijd zoozeer is toegenomen, dat de verbreeding een onafwijsbare eisch is geworden, moet spreker ontkennend beantwoorden. Waar de gemeente in deze bijzondere tijdsomstandig heden toch al voor buitengewone uitgaven komt te staan, acht hij het roekeloos, om in deze dure tijden tot de voorgenomen verbreeding der bruggen over te gaan. Spreker zal daarom tegen het voorstel stemmen. De heer STULEMEIJER is door de discussiën nog niet bekeerd ten opzichte van zijne opinie, wat betreft de noodzakelijkheid eener verbreeding van de Maurits brug. Spreker is van meening, dat na den oorlog het werk eerder goedkooper dan duurder zaj kunnen gemaakt worden. De materialen zullen dan niet meer zoo duur zijn als thans. Nederland is ten opzichte van den aan voer van vele grondstoffen aangewezen op de oorlog voerende landen. Bovendien acht spreker eene verbreeding van de Gas- brug noodzakelijker dan die van de Mauritsbrug. Het verkeer is daar veel drukker. Spreker zal daarom thans alleen kunnen stemmen voor eene verbreeding van de Willemsbrug. De heer BLOEMARTS verwacht, dat de prijzen van materialen en arbeidsloonen na den oorlog enorm zul len stijgen. In het grootste gedeelte van Europa heerscht thans een stilstand. Dit zal na den oorlog veranderen, omdat er dan zooveel handen zullen noodig zijn, om alles, wat thans vernield is, weder op te bouwen. Spreker is het niet eens met den heer S t u 1 e- m e ij e r, dat het verkeer over de Gasbrug drukker is dan over de Mauritsbrug. Alles, wat van en naar het stationsemplacement gaat, komt over de Mauritsbrug.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 104