10
30 JANUARI 1915.
De heer VAN BAVEL veronderstelt, dat de heer
B o m door de mobilisatie nog andere financieele na-
deelen lijdt.
De VOORZITTER zegt, dat het tegendeel het geval
is. De ambtenaren in deze gemeente, die wegens de
mobilisatie in militairen dienst zijn, behouden hun vol
salaris. Breda is eene van de weinige gemeenten, waar
deze gunstige regeling bestaat.
De heer VAN HULTEN vraagt, of deze regeling
ook voor de werklieden geldt.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat van de
gehuwde werklieden en kostwinners wordt gekort het
bedrag, dat zij als rijksvergoeding ontvangen. Zij be
houden dus ook hun volle soldij.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu be
sloten overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders.
13. Schrijven van het college van regenten van het
gesticht voor R. K. Oude vrouwen alhier, daarbij ter
voorziening in de vacature van den heer mr. J. W.
J. van M i e r 1 o, ter benoeming tot regent van dat
gesticht voordragende de heeren
lo. J. J. v a n M i e r 1 o,
2o. mr. G. M. H. S a s s e n.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 21 stemmen, waarvan 20 op
den heer van M i e r 1 o en 1 op den heer Sassen.
Zoodat de heer J. J. van M i e r 1 o is
benoemd tot lid van het college van regenten
van het gesticht voor R. K. Oude Vrouwen
alhier.